Roparun team 20
'Help een mens'

Volg hier ons avontuur

Impressies van de Roparun 2022

van John Ditiecher.

Een persoonlijk verslag van mijn indrukken van de Roparun editie 2022. Het was de zesde keer dat ik met het team ‘020 Help een Mens’ aan dit evenement heb deelgenomen. En omdat ik vooraf beloofd had ook dit jaar weer zo’n verslag te maken, hier mijn persoonlijke impressie.

4 juni tot en met 6 juni 2022

Een persoonlijk verslag van mijn indrukken van de Roparun editie 2022. Het was de zesde keer dat ik met het team ‘020 Help een Mens’ aan dit evenement heb deelgenomen. En omdat ik vooraf beloofd had ook dit jaar weer zo’n verslag te maken, hier mijn persoonlijke impressie.

Voor de niet-kenners een korte schets van wat die Roparun inhoudt, want het is namelijk niet zo eenvoudig om je er als niet-deelnemer een goede voorstelling van te maken:

Traditioneel begint de estafetteloop de zaterdag voor Pinksteren in Parijs of Hamburg en eindigt zo’n 48 uur later op de Coolsingel. Dat betekent dat de deelnemende teams ruim 530 kilometer non-stop, dag en nacht lopen. Alleen dit jaar is er een even lange route geheel in Nederland uitgezet. Een slimme beslissing, omdat je anders te maken had met de verschillende coronamaatregelen van Frankrijk, België en Duitsland. Er zijn twee routes, de noordelijke via de provincie Groningen en de zuidelijke via Limburg en Brabant. Ons team volgt de zuidelijke route.

De loop gaat over gewone, niet afgezette wegen. Daarom gelden er voor de deelnemers strenge veiligheidsregels. Verplicht moet elke loper begeleid worden door een fietser voor en eentje achter de loper. Niet overbodig, omdat er ook normaal verkeer is en men echt niet overal gewend is aan lopers en fietsers op de weg. Auto’s passeren je dan vaak met hoge snelheid op smalle wegen. Vooral ’s nachts is het dan zaak ook zelf te zorgen voor je veiligheid met bijvoorbeeld verlichte veiligheidshesjes, waarbij de organisatie eist dat iedereen van 20 uur tot  8 uur zo’n hesje draagt. De organisatie heeft een aantal checkpoints, zorgt voor mobiele toiletten langs de route en er rijden motorrijders die de veiligheid in de gaten houden en zelfs de wegenwacht rijdt mee.

In ons team leggen acht lopers, het maximaal toegestane aantal, de ruim 530 kilometer af, verdeeld in twee groepjes van vier. Die groepjes wisselen elkaar zo om de ongeveer vijftig kilometer af. Elke loper wordt dus begeleid door twee fietsers, de ene vóór de loper en de andere er achter. Bij ons wisselen de lopers en loopsters gedurende zo’n etappe om de 1.500 meter, maar de fietsers, waarvan ik er eentje ben, rijden de hele etappe, dus elke keer zo’n 50 kilometer. Elke loper heeft als hij of zij de finish passeert meer dan 1,5 marathon afgelegd en elke fietser zit ruim 265 km op de fiets

Elk groepje heeft, behalve de vier lopers en twee fietsers, een busje met een chauffeur en een bijrijder. Die laatste neemt o.a. de navigatie voor zijn rekening en wisselt zo nodig met de chauffeur. 

Tijdens een etappe stopt het busje elke 1.500 meter zodat van loper gewisseld kan worden. Daarbij is het voor de chauffeur en bijrijder de kunst om steeds weer een veilig plekje te vinden met in het achterhoofd de wetenschap dat de lopers het absoluut niet fijn vinden als ze veel verder moeten doorlopen.

Ons team ‘Help een Mens’ kan beschikken over een verhuiswagen met twee chauffeurs van onze sponsor het verhuisbedrijf De Haan voor alle spullen van dieselaggregaat tot bananen en van fietsen tot flesjes water.

En voor het vervoer van het team hebben we twee busjes, die we van Okidoki, ‘kinder- en peuteropvang en BSO’, ter beschikking kregen

Elk team kan en beroep doen op een masseuse of fysiotherapeute die bij de wisselpunten het nodige te doen heeft om iedereen aan de gang te houden.

Onmisbaar zijn verder teamcaptain Bas en zijn vrouw Wil. Wil zorgt, samen met de chauffeurs van de verhuiswagen, voor onze natjes en droogjes van koffie tot aan complete maaltijden toe. En de belangrijkste rol van de teamcaptain is wellicht te zorgen dat 22 teamleden, elk met hun eigen eigenaardigheden als team het doel bereiken. Alles bij elkaar opgeteld, bestaat onze ploeg dus uit 24 personen, 2 busjes, een verhuiswagen en ontzettend veel spullen.

Al is de verhuiswagen best groot, toch zijn er strikte afspraken over wat wel en wat niet mee mag. Alle kleding en dergelijke moet in principe in één grote Ikea-box en daarnaast mag iedereen alleen een stoel, veldbed of iets dergelijks en een slaapzak mee nemen. Het is dus zaak goed te bedenken wat je aan kleding mee neemt voor de dagen en nachten dat je onderweg bent. Wordt het warm, wordt er regen verwacht, komen er koude nachten en heb je voor dat alles dan voldoende goede kleding, ook als je onderweg nat geregend bent. 

Het weerbericht voor Pinksteren was heel lang onduidelijk. Het zou warm worden, maar ook voorspelt men regen en onweer. Gevolg is een paar keer de box met kleding inpakken, weer uitpakken, nog eens bekijken en weer veranderen en dan maar hopen dat je de goede keuzes hebt gemaakt.

Vrijdagavond gaat het zo langzamerhand beginnen als we met het hele team de verhuiswagen inladen. Dat betekent eindeloos veel drank en eten voor vierentwintig vrouwen en mannen, want onderweg is er geen gelegenheid om iets aan te vullen. Daarnaast eetgerei, bekertjes, een generator, kookplaten, een paar magnetrons, (want warme nasi en bami is echt lekkerder dan bevroren) en verder de kledingkisten van elk teamlid, stretchers, stoelen, fietsen, etc.

Vrijdagavond slaapt iedereen nog gewoon thuis. Omdat we dit jaar op het vliegveld Twente bij Enschede starten, gaan we een paar uur later op weg dan toen we naar Parijs moesten. Nu vertrekken we pas zaterdagochtend om zeven uur in de twee busjes. Dan eerst nog even langs Alblasserdam om de verhuiswagen op te halen. Daar teamstickers plakken op de voertuigen en vervolgens gaat het echt richting Twente. 

Evenals andere jaren worden we onderweg regelmatig ingehaald door andere teams met busjes en campers die niet zoals wij achter een vrachtwagen aan rijden. Onder het motto ‘samen uit, samen thuis’, bepaalt de verhuiswagen ons tempo en dat ligt zo rond 90 km/uur. Bij aankomst op het vliegveld wacht Sonja ons op. Zij is als loopster ‘ingevlogen’ vanuit Friesland. Fijn dat zij het lege plekje in kan vullen dat bij ons door blessures ontstaan was.

Al snel zorgt ons ‘verzorgingsteam’ voor een gezonde, warme maaltijd. En dat is ook het moment om de teamcaptain Bas en zijn vrouw Wil te bedanken voor hun jarenlange inzet voor het team. Ze vinden dat de tijd gekomen dat de volgende generatie het roer overneemt. Maar het zal niet mee vallen om dit duo met dezelfde inzet en ervaring te evenaren.

Vervolgens bereidt iedereen zich voor op de komende 48 uur. Fietsen worden klaar gemaakt, kleding wordt klaargelegd en sommigen benutten elke minuut om uit te rusten. Rond kwart voor twee staat team 1 aan de startlijn. Die start verloopt een beetje chaotisch, want voor we er op bedacht zijn, is de startloper met de twee fietsers vertrokken en moet de rest van het team met de andere lopers snel naar het busje om bijtijds bij het eerstvolgende wisselpunt van de lopers te zijn.

Ons team 2 komt pas over 52 km in Winterswijk aan de beurt. Dus nu alles inpakken en vervolgens achter de verhuiswagen aan naar Winterswijk om daar de wisselplaats in te richten. Zo rijdend valt pas goed op welke afstand team 1 moet overbruggen. Op het wisselpunt uitrusten, drinken, eten en bijpraten. Er wacht ons een avond-etappe naar Zevenaar. Een stuk van zo’n 54 kilometer.

Het is overdag voor de lopers een warme etappe in de volle zon. En ook ‘s avonds is het nog een prima temperatuur en mogen we door een mooi stukje Nederland. Een mooi stuk om te wissels te perfectioneren die steeds soepeler gaan. Het is nog lang licht, maar na een schitterende zonsondergang wordt het langzaam donker en zijn de verlichte hesjes hard nodig.

Een paar uur later is het al weer tijd om ons klaar te gaan maken voor de 57,4 km naar Sevenum, dat ligt niet ver van Venlo. We zien het onderweg weer licht worden, het is droog en het lijkt weer een mooie dag te worden. Maar hoe zal dat die dag gaan veranderen. Bij het wisselpunt in Eindhoven, waar we eerst een stukje hogeschool parkeren van een verhuiswagen te zien krijgen, begint het na een tijdje te regenen. Dan merk je pas hoe beperkend het wordt als je droog wilt blijven. Team 1 heeft al flink wat regen gehad als ze op het wisselpunt komen en wij kunnen vertrekken voor het volgende stuk van 50 km naar Waalwijk. 

Al eerder had ik met Femke afgesproken dat wij elkaar regelmatig zouden afwisselen als bijrijder en fietser. Nu begin ik als bijrijder in het busje en Femke neemt mijn rol als achter fietser over. Of ze die wisseling ook gedaan zou hebben als ze wist waar ze in terecht zou komen weet ik niet, want onderweg begint het te regenen, al snel wordt dat hard regenen en niet veel later is het een stortbui, gevolgd door een wolkbreuk. De weg is smal en het inhalen van de volgauto’s kan maar net als ze het voorzichtig doen.

Onderweg neem ik de fiets weer over. De lopers zijn doorweekt, dat kan ook moeilijk anders als je stukken tot je enkels door de plassen moet lopen. Daarom stoppen we bij een cafeetje om met een warme kop thee weer enigszins bij te komen. Maar het blijft ook daarna hard regenen en in de plaats waar we daarna doorkomen, drijven putdeksels in het water. Maar goed het had nog erger kunnen zijn als het vooraf aangekondigde onweer inderdaad was gekomen. Het geheel deed denken aan de hagelbui die we een aantal jaar geleden bij Antwerpen hadden meegemaakt. Alleen die was na een half uurtje weer over, dit duurde uren. Wat wel fijn was, is dat er geen onvertogen woord gevallen is en dat alleen maar een positief effect had op de sfeer binnen het team. De houding van ‘we moeten het samen doen’ zat er goed in!

En wat dan fijn is als je dan op het wisselpunt met warme nasi of bami met saté weer op tempratuur wordt gebracht. Team 1 had het geluk het op het wisselpunt droog te kunnen houden onder de partytent van De Haan, al is het natuurlijk zwaar behelpen met de beschikbare ruimte. Gelukkig waren de omstandigheden voor team 1 na de wissel in Waalwijk iets beter. Zij hadden slechts ‘gewoon’ slecht weer met regen.

Wij gingen van Waalwijk achter de verhuiswagen aan naar Bavel. Daar weer wachten op het andere team en dan op weg naar Wouwse Plantage. Wat ik als speciaal ervaren heb, is dat de route een paar keer speciaal omgeleid is langs een hospice waar men, desnoods midden in de nacht, met een groep buiten staat om aan te moedigen. Dan is het weer duidelijk waar we het allemaal voor doen en dat dat zichtbaar en hoorbaar gewaardeerd wordt.

Er zijn sowieso in diverse plaatsen officiële doortochten georganiseerd. Zo worden we midden in de nacht door een tent geleid waar we high fives moet geven aan een stel enthousiaste toeschouwers. Het is dan drie uur in de nacht. En zo te merken gaat het daar goed met de drankomzet.

En in Roosendaal worden we een podium opgeleid, waar om half vier ‘s nachts de burgemeester op d lopers staat te wachten en die dan elke loper en fietser een hand geeft. Ik heb tot nu toe die hand niet meer gewassen natuurlijk. Toen ik op zijn vraag of ik het naar me zin had, reageerde met ‘ik heb het op dit moment even helemaal gehad’, bood hij me spontaan een glas bier aan, of als ik dat liever had, een glaasje Jägermeister. Ik heb daar toch maar voor bedankt.

Het is al weer licht als we bij Wouwse Plantage weer wisselen met het andere team, we hebben er dan weer 47 km op zitten. Daarna worden de etappes korter. Tot het wisselpunt in Bergen op Zoom is het voor team 1 nog maar 25 km en team 2 die via Halsteren, Steenbergen en Dinteloord naar Dintelmond gaat nog 26 km. Op grote delen van die etappe mogen de busjes niet op het parcours en zijn de fietsen nodig voor de lopers. Het zijn zgn. run-bike-run trajecten waar de lopers afwisselend fietsen en lopen. Dus hoef ik niet te fietsen, maar ga met het busje mee naar Dintelmond waar we onze lopers opwachten. Ook de lopers van team 1 zijn daar, die gaan aan hun laatste etappe beginnen via Willemstad, Numansdorp en Klaaswaal naar Oud-Beijerland. 

En alsof het nog niet genoeg geregend heeft, gaat het als we met de busjes in Oud-Beijerland staan, maar weer eens regenen. Aan ons team is het de laatste etappe te lopen, waarbij weer drie van de vier lopers met de vierde loper meefietsen tot zij zelf weer hun 1.500 meter lopen. Via de Heinenoordtunnel en Barendrecht gaan ze naar Rotterdam waar Stefan de eer heeft te mogen finishen bij de Erasmusbrug.

De laatste etappe is weer een regen-etappe, waardoor bij de finish nogal wat lopers en fietsers last hebben van onderkoelingsverschijnselen. Ook al omdat er een flinke wind staat. Gelukkig delen EHBO-ers isolatiedekens en plastic regenjassen uit, maar het aantrekken daarvan blijkt met de harde wind ook niet voor iedereen zonder meer weggelegd.

Van een feeststemming is op de Kop van Zuid met die regen en die wind weinig sprake. Omdat ons wordt gevraagd om snel door te lopen naar de Coolsingel valt ons traditionele fotomoment bij de Erasmusbrug in het water. Omdat er helemaal geen afzettingen zijn en we met onze regenjasjes en isolatiedekens om achter elkaar over het smalle voetpad moeten lopen is het eigenlijk maar een wat trieste bedoening.

Ook op de Coolsingel zit de stemming er door het weer niet echt in. Lege dranghekken, weinig toeschouwers en daardoor geen sfeer. Hoe anders was dat andere jaren. De ceremoniële finish voor het stadhuis is wel even aardig, maar het officiële ‘statieportret’, is met regenjassen en isolatiedekens toch niet wat we vooraf gedacht hebben.

Maar ondanks, of misschien wel dankzij, de moeilijke omstandigheden was het een heel enerverende geslaagde Roparun. We zullen die als deelnemer niet snel vergeten. Zeker geslaagd, omdat we, los van de sportieve prestatie, en ondanks het feit dat door de coronabeperkingen waardoor een flink aantal acties niet door kon gaan, € 8.635,00 kunnen bijdragen aan het doel van de Roparun. Dat we daarvoor onderweg moesten afzien, stelt niets voor in verhouding tot de problemen waar de mensen, die met kanker worstelen, mee geconfronteerd worden.